Een van ons

Luc S. is een levenslang gestrafte gevangene die al drieëntwintig jaar in diverse Nederlandse gevangenissen verblijft. Hij voert een dagelijkse strijd met zichzelf: wat is de betekenis en zin van zijn leven? Schrijver Katrien Achenbach worstelt met een writers block. Op uitnodiging gaat ze schrijfworkshops geven in de gevangenis waar Luc zit. De twee ontmoeten elkaar in het Re-integratie- en Onderwijscentrum.

Voor Katrien gaat een wereld open. De gedetineerden schrijven vrijmoedig en ‘jaloersmakend’ sterk over hun leven en worstelingen; sommige werken aan een eigen boek. Hoewel Luc niet deelneemt aan de schrijfgroep, begint hij wel een geheim logboek bij te houden. Om zichzelf te overtuigen van zijn eigen bestaan én om zijn angst te bezweren, ‘het vermoeden dat er diep binnenin me toch nog ergens een flintertje hoop verstopt zit.’

Terwijl Katrien steeds dieper in de wereld van detentie geraakt, het gevoel heeft dat ze er ‘thuis komt’ en vriendschap en begrip vindt, maar desondanks niet verder komt met haar werk, schrijft Luc wervelend en meedogenloos eerlijk over zijn leven, zijn medegedetineerden én over Katrien. Het clandestiene logboek belichaamt zijn verzet tegen zijn uitzichtloze bestaan.

Als Katrien op een dag een jonge getalenteerde gevangene (én protegé van Luc) ontmoedigt verder te gaan met zijn boek over zijn leven, komen de verhoudingen op scherp te staan en kantelt een ieders kijk op de ander en zichzelf.

Monroe, North Carolina, 1961, Robert F. Williams leidt geweldloze acties tegen de officiële rassenscheiding in zijn stad. Wanneer er kort na elkaar zwarte vrouwen worden mishandeld door witte mannen, en zwarte mannen vermoord door leden van de Ku Klux Klan, en de daders vrijuit gaan omdat de lokale politie en justitie hen beschermd, roept Williams de zwarte bevolking op zich te bewapenen. Daardoor wordt hij zelf een doelwit. De KKK wil hem lynchen. De FBI vaardigt een opsporingsbevel uit. Robert F. Williams wordt staatsvijand en de meest gezochte man in de Verenigde Staten. Hals-over- kop vlucht hij, samen met zijn vrouw en twee jonge zoons.
Ze krijgen asiel op Cuba, waar President Fidel Castro hen met open armen ontvangt. Over zijn ervaringen schrijft Williams ‘Negroes with Guns’, een inspiratiebron voor de latere Black Panthers. Maar ook op Cuba komt hij door zijn kritische houding in conflict met de autoriteiten en vertrekt naar China waar Mao Zedong aan de macht is. Pas wanneer president Nixon de banden met China aanhaalt, keert het gezin terug naar de Verenigde Staten.

We hadden liefde, we hadden wapens vertelt dit waargebeurde verhaal vanuit de jongste zoon en de vrouw van Williams. Een wervelende roman over strijd tegen onrecht en opkomen voor het recht te mogen zijn wie je bent, ongeacht de consequenties, en ook over angst, liefde en familie. Geschreven vanuit zielsverwantschap is We hadden liefde, we hadden wapens een nieuw hoogtepunt binnen het eigenzinnige oeuvre van Christine Otten.